ECLI:NL:CRVB:2006:AZ3007
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Korting op bijstandsuitkering wegens niet meewerken aan arbeidsinschakeling onderzoek
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem, die het beroep ongegrond verklaarde. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen had op 16 maart 2005 besloten om de bijstandsuitkering van appellant gedurende de maand april 2005 met 30% te verlagen. Dit besluit was genomen omdat appellant niet had meegewerkt aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling, wat in strijd was met zijn wettelijke verplichtingen. De rechtbank oordeelde dat het College terecht had gehandeld en bevestigde de verlaging van de bijstand.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 15 november 2006 behandeld. Tijdens de zitting op 4 oktober 2006 was appellant aanwezig, terwijl het College werd vertegenwoordigd door mr. M.M.A. Rijnders. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en verwees naar de eerdere uitspraak van de rechtbank voor een gedetailleerd overzicht.
De Raad concludeerde dat het College de bijstandsuitkering terecht had verlaagd, op basis van artikel 7, tweede lid, aanhef en onder b, van de Maatregelverordening WWB in samenhang met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder b, van dezelfde verordening. Appellant had herhaaldelijk niet gereageerd op uitnodigingen van het reïntegratiebureau, wat zijn verplichting om mee te werken aan het onderzoek in gevaar bracht. De Raad oordeelde dat de persoonlijke en financiële omstandigheden van appellant geen reden waren om het besluit van het College niet in stand te houden.
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken. De uitspraak werd gedaan in tegenwoordigheid van griffier S.R. Bagga.