ECLI:NL:CRVB:2015:1737
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering voorschot door dagelijks bestuur na afschaffing voorschotsysteem
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een voorschot van € 150,- door het dagelijks bestuur van WSD van appellant, die sinds 1 mei 2002 werkzaam is bij WSD. Het dagelijks bestuur heeft in 2013 besloten het voorschotsysteem af te schaffen, wat betekende dat medewerkers die eerder een voorschot hadden ontvangen, dit moesten terugbetalen. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen de terugvordering, maar het dagelijks bestuur verklaarde dit bezwaar ongegrond, stellende dat er voldoende bewijs was dat het voorschot aan appellant was verstrekt. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, maar appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Tijdens de zitting heeft appellant betoogd dat hij het voorschot nooit heeft ontvangen en dat het bewijs dat het dagelijks bestuur heeft geleverd, onvoldoende is. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat het dagelijks bestuur slechts een begin van bewijs heeft geleverd, maar dat de bewijslast niet op appellant kan worden gelegd, gezien het grote tijdsverloop van meer dan tien jaar tussen de vermeende uitbetaling en de terugvordering. De Raad heeft geoordeeld dat het dagelijks bestuur niet heeft aangetoond dat het voorschot daadwerkelijk aan appellant is betaald. Daarom heeft de Raad de aangevallen uitspraak vernietigd, het beroep van appellant gegrond verklaard en het besluit van het dagelijks bestuur herroepen.