Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot het vergoeden van de wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellante, die voorheen werkzaam was als medewerkster debiteuren- en crediteurenbeheer, was sinds 2009 arbeidsongeschikt door rugklachten en psychische klachten. Na een herbeoordeling door het Uwv in 2011, werd vastgesteld dat er geen toename van beperkingen was en dat appellante geschikt was voor haar eigen werk en andere functies. Het Uwv beëindigde haar WGA-uitkering per 1 april 2012, wat door appellante werd bestreden.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep. In hoger beroep voerde zij aan dat onvoldoende rekening was gehouden met haar klachten en dat de rechtbank haar argumenten niet voldoende had overwogen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen nieuwe medische informatie was overgelegd die aanleiding gaf voor een ander oordeel. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af.
De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de noodzaak voor appellanten om nieuwe relevante informatie te overleggen in hoger beroep. De Raad concludeerde dat appellante geschikt was voor haar eigen werk en dat de arbeidsdeskundige van het Uwv voldoende inzicht had gegeven in de passendheid van de functies.