ECLI:NL:CRVB:2015:1709
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van de Griend
- M.C.D. Embregts
- R.C. Schoemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake voorwaardelijk strafontslag en aanvullende uitkering ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Gouda, waarbij appellant voorwaardelijk strafontslag is opgelegd en een aanvullende uitkering is onthouden. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant procesbelang heeft bij het verkrijgen van een oordeel over het voorwaardelijk strafontslag, ondanks dat hij inmiddels is ontslagen op andere gronden. De Raad stelt vast dat de aan appellant verweten gedragingen met betrekking tot het autogebruik voldoende zijn om het voorwaardelijk strafontslag te rechtvaardigen. Appellant had geweigerd om aan instructies van zijn werkgever te voldoen, wat leidde tot een vertrouwensbreuk. De Raad oordeelt dat de schorsing van appellant rechtens niet onjuist is en dat de besluiten tot schorsing standhouden. Wat betreft de aanvullende uitkering oordeelt de Raad dat appellant ten onrechte deze uitkering is onthouden, omdat er geen bijzondere redenen zijn om van het uitgangspunt af te wijken dat bij ontslag op grond van artikel 8:8 van de CAR/GUWO een aanvullende uitkering moet worden toegekend. De Raad vernietigt het besluit van het college dat de aanvullende uitkering onthoudt en kent deze alsnog toe aan appellant. De uitspraak is gedaan op 19 mei 2015.