ECLI:NL:CRVB:2015:1687
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- B.J. van de Griend
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuurs- en rechterlijke fase
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2015 uitspraak gedaan over een verzoek tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in zowel de bestuurlijke als de rechterlijke fase. De verzoekster, vertegenwoordigd door mr. W.J. Eusman, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad (Pur) van 13 oktober 2009, dat betrekking had op de Wet buitengewoon pensioen 1940-1945. De Raad had eerder op 6 maart 2014 al een uitspraak gedaan waarin werd vastgesteld dat de procedure meer dan twee en een half jaar had geduurd, wat leidde tot het vermoeden van overschrijding van de redelijke termijn.
De Raad heeft in deze uitspraak vastgesteld dat de totale procedure vanaf de ontvangst van het bezwaarschrift op 15 mei 2006 tot de uitspraak op 28 mei 2015 meer dan zeven jaar en bijna tien maanden heeft geduurd. Dit betekent dat de toegestane behandelingsduur van twee en een half jaar met vijf jaar en vier maanden is overschreden. De Raad heeft geoordeeld dat de overschrijding van de redelijke termijn voor een deel aan de Pur moet worden toegerekend, maar ook dat verzoekster deels verantwoordelijk is voor de vertraging. Uiteindelijk is de totale schadevergoeding vastgesteld op € 5.000,-, waarvan € 2.500,- ten laste van de Pur en € 2.500,- ten laste van de Staat komt.
Daarnaast heeft de Raad de Staat en de Pur veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn begroot op € 245,-. De uitspraak benadrukt het belang van een tijdige behandeling van bestuursrechtelijke procedures en de gevolgen van overschrijding van de redelijke termijn voor de betrokken partijen.