Uitspraak
CIZ
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak, voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 mei 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de vaststelling van de indicatie voor Persoonlijke Verzorging, klasse 6, die aan appellante was verleend door het CIZ. Appellante was van mening dat haar indicatie te laag was en dat haar blaas drie keer per dag gespoeld moest worden, in plaats van de door het CIZ geïndiceerde twee keer per dag. De Raad heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen en verwezen naar de eerdere uitspraak van de rechtbank voor een overzicht van deze feiten.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te oordelen dat de blaas vaker gespoeld zou moeten worden dan twee keer per dag. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en komt tot de conclusie dat de indicatie voor Persoonlijke Verzorging, klasse 6, niet te laag is. Dit oordeel wordt niet beïnvloed door een medische verklaring van dr. P.C.M.S. Verhagen, die na de periode in geding een indicatie voor klasse 8 heeft gegeven. De Raad oordeelt dat deze verklaring geen aanleiding biedt om te concluderen dat het CIZ de medische informatie van appellante heeft miskend.
De uitspraak bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek van appellante om schadevergoeding af. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.