ECLI:NL:CRVB:2015:143
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- J.C.F. Talman
- Y.J. Klik
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens verzwegen inkomsten als zelfstandige en schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellanten, die sinds 1996 bijstand ontvingen op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant had vanaf 1998 inkomsten uit arbeid, terwijl appellante als marginaal zelfstandige werkte in de verkoop van vitaminepillen. Het college van burgemeester en wethouders van Apeldoorn heeft de bijstand van appellanten ingetrokken per 1 januari 2010, omdat zij niet hadden gemeld dat appellante als zelfstandige werkzaam was en daardoor ten onrechte bijstand ontvingen. De rechtbank Oost-Nederland heeft het beroep van appellanten gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, wat appellanten in hoger beroep aanvechten.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellanten in de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2011 geen recht hadden op bijstand op grond van de WWB, omdat appellante als zelfstandige moet worden aangemerkt. De Raad stelt vast dat appellante in 2010 zelfstandigenaftrek heeft genoten en aan het urencriterium voldeed. Voor 2011 is het geschil of appellante ook aan het urencriterium voldeed. De Raad concludeert dat de werkzaamheden van appellante voor twee bedrijven samenhangen en dat zij in 2011 ook aan het urencriterium voldeed. De schending van de inlichtingenverplichting wordt appellanten tegengeworpen, waardoor het college bevoegd was om de bijstand in te trekken en terug te vorderen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en veroordeelt het college in de proceskosten van appellanten.