ECLI:NL:CRVB:2015:1233

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 maart 2015
Publicatiedatum
16 april 2015
Zaaknummer
14-2638 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak

Op 24 maart 2015 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/2638 WAO-V. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing van 15 augustus 2014, waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De appellant, woonachtig in Marokko, had in verzet niets aangevoerd dat de eerdere uitspraak kon ondermijnen. De Raad constateerde dat eventuele miscommunicatie tussen de appellant en zijn gemachtigde in de eerste aanleg volledig voor risico van de appellant komt. Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.

De Centrale Raad van Beroep heeft in deze uitspraak het verzet ongegrond verklaard. De griffier, D.W.M. Kaldenhoven, heeft het proces-verbaal van de mondelinge uitspraak opgemaakt, en de uitspraak is gedaan in het openbaar. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan in het kader van bestuursrecht en socialezekerheidsrecht, en is gepubliceerd op rechtspraak.nl.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 maart 2015
14/2638 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 14 maart 2012, 11/3170 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats], Marokko (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen
Zitting heeft: T.G.M. Simons
Griffier: D.W.M. Kaldenhoven
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 15 augustus 2014 heeft de Raad het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
De Raad stelt vast dat appellant in verzet niets heeft aangevoerd op grond waarvan de uitspraak van 15 augustus 2014 niet in stand kan blijven. Dat er -mogelijk- iets is misgegaan in de communicatie tussen appellant en zijn gemachtigde in eerste aanleg, komt volledig voor het risico van appellant. Ook overigens is niet gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven (getekend) T.G.M. Simons
IvR

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par T.G.M. Simons en présence de D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 24 mars 2015.