ECLI:NL:CRVB:2015:1175
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering met gebrekkige onderbouwing door Uwv
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 1 april 2015, wordt de zaak behandeld van een appellant die zich op 19 januari 2010 ziek meldde met depressieve klachten. Hij verzocht het Uwv om een WIA-uitkering, maar het Uwv concludeerde dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De appellant maakte bezwaar tegen dit besluit, maar het Uwv handhaafde zijn beslissing. De rechtbank Arnhem verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, maar de appellant ging in hoger beroep.
De Raad oordeelt dat de medische en arbeidskundige onderbouwing van het Uwv gebrekkig is. De deskundige, psychiater P. Naarding, concludeerde dat de appellant op 17 januari 2012 last had van een depressieve stoornis en dat de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) aanpassing behoeft. De Raad stelt vast dat de FML niet voldoende medische motivering biedt voor de conclusie van het Uwv dat de appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de bevindingen in deze tussenuitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige medische beoordeling en de noodzaak voor het Uwv om de FML aan te passen op basis van de deskundigenrapporten. De Raad concludeert dat de appellant niet in staat is om de geselecteerde functies uit te oefenen, en dat het Uwv moet onderzoeken of er andere passende functies zijn die de appellant kan vervullen.