ECLI:NL:CRVB:2015:1024
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake uitsluiting van appellant van selectieronde voor vacatures binnen de Koninklijke Landmacht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 april 2015 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die werkzaam is bij de Koninklijke Landmacht. Appellant had gesolliciteerd naar de functie van Commandant Patrouillegebied, maar werd niet meegenomen in de selectieronde voor deze vacatures. De reden hiervoor was dat hij op het moment van de selectie, 1 oktober 2013, nog niet beschikbaar was voor het functietoewijzingsproces, zoals bepaald in artikel 17, vierde lid, van het Algemeen militair ambtenarenreglement (AMAR). De Raad oordeelde dat de vacatures eerst opengesteld worden voor officieren-uitloop voordat ze voor adjudanten beschikbaar komen. Appellant stelde dat de vacatures uitloopfuncties betroffen en dat zijn beschikbaarheid geen rol speelde in de selectiecriteria. De Raad bevestigde echter het oordeel van de rechtbank dat er geen sprake was van uitloopfuncties en dat appellant op goede gronden niet in aanmerking kwam voor de vacatures. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.