In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2015 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. De zaak betreft een aanvraag om functieonderhoud door een ambtenaar, die werkzaam is als groepschef Verkeers Ongevallen Analyse. De appellant, de korpschef van politie, had de aanvraag om functieonderhoud toegewezen en een functiebeschrijving vastgesteld. De rechtbank had echter geoordeeld dat de appellant onvoldoende had gemotiveerd waarom in de functiebeschrijving een MBO werk- en denkniveau als functie-eis was opgenomen, en had het bestreden besluit vernietigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep geoordeeld dat het opleidingsniveau in beginsel niet relevant is voor de beoordeling of de ambtenaar feitelijk opgedragen werkzaamheden heeft verricht die wezenlijk afwijken van de functie. De Raad heeft vastgesteld dat de functiebeschrijving een deugdelijke en consistente weergave is van de kerntaken en verantwoordelijkheden van de ambtenaar. De Raad heeft het hoger beroep van de appellant gegrond verklaard, de aangevallen uitspraak vernietigd en het beroep van de ambtenaar tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad heeft ook het nadere besluit van de appellant vernietigd, dat was genomen ter uitvoering van de eerdere uitspraak van de rechtbank.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijke functiebeschrijving en de criteria voor functieonderhoud binnen de politieorganisatie. De Raad heeft geconcludeerd dat de appellant op goede gronden het bestreden besluit heeft kunnen nemen en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.