ECLI:NL:CRVB:2014:988
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de terugvordering van WW-uitkering en het vertrouwensbeginsel bij directeur-grootaandeelhouders
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 5 maart 2014, wordt de zaak behandeld van een appellant die in hoger beroep is gegaan tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) over de terugvordering van een WW-uitkering. De appellant, een directeur-grootaandeelhouder, had in 2008 een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW) ontvangen, maar het Uwv stelde later vast dat hij een te hoog voorschot had ontvangen en vorderde een bedrag van € 16.883,66 terug. De appellant stelde dat hij was geïnformeerd door een re-integratiecoach dat bij de vaststelling van zijn inkomsten enkel de winst uit onderneming in aanmerking zou worden genomen, en niet zijn loon als directeur-grootaandeelhouder. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de re-integratiecoach inderdaad toezeggingen heeft gedaan die de appellant gerechtvaardigde verwachtingen hebben gewekt. De Raad concludeert dat het Uwv opnieuw moet berekenen of de appellant het voorschot moet terugbetalen, waarbij alleen de belastbare winst uit onderneming in aanmerking moet worden genomen. De uitspraak benadrukt het belang van het vertrouwensbeginsel in de relatie tussen het Uwv en de appellant, en dat toezeggingen van de re-integratiecoach bepalend zijn geweest voor de keuze van de appellant om een B.V. op te richten. De Raad draagt het Uwv op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak het besluit te herstellen, rekening houdend met de overwegingen in deze uitspraak.