ECLI:NL:CRVB:2014:76
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.C. Bruning
- I.J. Penning
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens te late indiening van het digitale beroepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. De appellant, vertegenwoordigd door J.H. Eleveld, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat op 23 september 2011 was genomen. Dit besluit handhaafde een eerdere beslissing van 21 maart 2011, waarin werd vastgesteld dat de appellant met ingang van 4 december 2010 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard, omdat het digitale beroepschrift te laat was ingediend. De beroepstermijn eindigde op 4 november 2011, maar het beroepschrift was gedateerd op 7 november 2011. De rechtbank oordeelde dat deze late indiening niet verontschuldigbaar was. In hoger beroep voerde de appellant aan dat de termijn op 5 november 2011 eindigde, waardoor de indiening op 7 november 2011 tijdig zou zijn. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het beroep niet-ontvankelijk was, en bevestigde de eerdere uitspraak.
De Raad kwam tot de conclusie dat de appellant geen feiten of omstandigheden had aangedragen die de termijnoverschrijding als verschoonbaar konden aanmerken. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar gedaan op 17 januari 2014.