ECLI:NL:CRVB:2014:502
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het Plan van Aanpak en de geschiktheid voor arbeidsdeelname na ziekte
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. Appellant, die sinds 2000 werkzaam was als senior consultant, is sinds 2 augustus 2010 uitgevallen door rugklachten, duizeligheid, hoofdpijn en psychische klachten. Hij ontvangt sinds 28 november 2010 een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW).
De verzekeringsarts heeft vastgesteld dat appellant in staat is tot regelmatig functioneren en dat hij mogelijkheden heeft voor overzichtelijk, niet-stresserend werk. Op basis hiervan is er een Plan van Aanpak opgesteld, waarin werd aangegeven dat appellant de mogelijkheden op de arbeidsmarkt in minder belastende functies en vrijwilligerswerk zou onderzoeken. Het Uwv heeft echter geconcludeerd dat het starten van een eigen onderneming niet passend is gezien de beperkingen van appellant, en heeft een starterskrediet uitgesloten. Appellant heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv heeft dit ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard, en geoordeeld dat de verzekeringsarts de beperkingen van appellant correct heeft vastgesteld. Appellant heeft in hoger beroep zijn standpunt herhaald dat hij niet in staat is om te werken en dat het Uwv zijn ex-werkgever had moeten aanspreken. De Raad heeft echter geen reden gevonden om anders te oordelen dan de rechtbank. Er is geen psychiatrische stoornis vastgesteld die appellant zou beletten om in een dienstverband te werken.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 februari 2014.