Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraken;
- wijst de verzoeken om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 februari 2014 uitspraak gedaan over de intrekking van de IVA-uitkering van appellante en de weigering van de WIA-uitkering. Appellante, die als tuinbouwmedewerkster heeft gewerkt, was in 2005 uitgevallen door ernstige psychische klachten. In 2007 werd zij arbeidsongeschikt geacht en ontving zij een uitkering op basis van de Wet WIA. In 2008 werd haar IVA-uitkering toegekend. Na een herbeoordeling in 2011 concludeerde het Uwv dat appellante niet langer arbeidsongeschikt was en trok de IVA-uitkering per 24 oktober 2011 in. Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond.
In hoger beroep voerde appellante aan dat haar psychische en lichamelijke klachten waren onderschat en dat de intrekking van de IVA-uitkering onterecht was. De Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren voor het oordeel dat de medische beoordeling onzorgvuldig of onjuist was. De bezwaararbeidsdeskundige had de belastende factoren en signaleringen bij de geduide functies voldoende inzichtelijk toegelicht. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de intrekking van de IVA-uitkering en de weigering van de WIA-uitkering terecht waren.
De Raad wees ook de verzoeken om schadevergoeding af, omdat de hoger beroepen niet slaagden. De uitspraak bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en benadrukte dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.