ECLI:NL:CRVB:2014:4429
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag woonvoorziening en toepassing hardheidsclausule in het kader van de Wmo
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een woonvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) door het college van burgemeester en wethouders van Heumen. Betrokkene, een rolstoelafhankelijke jongere met beperkte motorische mogelijkheden, verhuisde met zijn ouders naar een nieuwe woning in verband met zijn schoolloopbaan. De ouders dienden een aanvraag in voor een woonvoorziening, maar deze werd afgewezen omdat betrokkene zonder voorafgaande toestemming was verhuisd naar de nieuwe woning. De rechtbank oordeelde dat betrokkene niet kon worden tegengeworpen dat hij geen toestemming had gevraagd en dat het college in deze bijzondere omstandigheden de hardheidsclausule had moeten toepassen. Het college ging in hoger beroep tegen deze uitspraak.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde het oordeel van de rechtbank. De Raad oordeelde dat de ouders van betrokkene in de periode voorafgaand aan de aanvraag actief contact hadden gezocht met de gemeente, maar dat het college hen niet adequaat had geïnformeerd over het toestemmingsvereiste. De Raad benadrukte dat in de specifieke situatie van betrokkene, gezien de urgentie van de verhuizing en de schoolloopbaan, het college had moeten ingrijpen en de hardheidsclausule had moeten toepassen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van het college niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij het college werd verplicht om een tegemoetkoming van € 15.000,- te betalen voor de aanpassing van de woning.