ECLI:NL:CRVB:2014:4269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Oplegging maatregel wegens schending van verplichtingen in het kader van de Ziektewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De appellant, die zich ziek had gemeld na beëindiging van zijn dienstverband, had een uitkering op basis van de Ziektewet (ZW) ontvangen. Het geschil ontstond toen de appellant niet verscheen voor een psychiatrisch onderzoek, ondanks meerdere oproepen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, omdat hij niet had voldaan aan zijn verplichtingen om mee te werken aan het onderzoek. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat de appellant zonder geldige reden niet was verschenen, wat leidde tot een maatregel van 20% verlaging van zijn uitkering. De Raad stelde vast dat er geen sprake was van verwijtbaarheid van het Uwv en dat de appellant had moeten begrijpen dat hij ook op de oproep van een andere psychiater moest ingaan. De Raad concludeerde dat de opgelegde maatregel terecht was en dat er geen dringende redenen waren om van de maatregel af te zien. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank en er werd geen vergoeding van proceskosten toegekend.