ECLI:NL:CRVB:2014:4242
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- E.C.R. Schut
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag voor de jaren 2010 en 2011
In deze zaak gaat het om de ingangsdatum van bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag voor de jaren 2010 en 2011. Appellanten, die vanaf 1 april 2010 algemene bijstand ontvingen, dienden op 21 juli 2011 een aanvraag in voor bijzondere bijstand. Het college van burgemeester en wethouders van Kerkrade kende hen een woonkostentoeslag toe, maar weigerde deze met terugwerkende kracht tot 1 januari 2010. De rechtbank Maastricht verklaarde het beroep van appellanten tegen het besluit van het college ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat volgens de Wet werk en bijstand (WWB) in beginsel geen recht op bijstand bestaat voor kosten die zijn opgekomen voor de datum van de aanvraag. Dit uitgangspunt kan alleen worden afgeweken indien bijzondere omstandigheden dat rechtvaardigen. De Raad concludeert dat appellanten niet hebben aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die een afwijking van dit uitgangspunt rechtvaardigen. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat het college de woonkostentoeslag met ingang van 1 augustus 2010 heeft toegekend.
Daarnaast oordeelt de Raad over de hoogte van de woonkostentoeslag. Het college heeft bij de bepaling van de hoogte van de toeslag aangesloten bij het systeem van de Wet op de huurtoeslag (Wht), inclusief een kwaliteitskorting. Appellanten betwisten deze kwaliteitskorting, maar de Raad oordeelt dat het college in redelijkheid bij dit systeem heeft kunnen aansluiten. De aangevallen uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van appellanten.