ECLI:NL:CRVB:2014:4167
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om functieonderhoud door korpschef van politie onterecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om functieonderhoud van een ambtenaar werkzaam bij de politie. De korpschef had het verzoek om functieonderhoud afgewezen, met de stelling dat de werkzaamheden van de betrokkene niet wezenlijk afwijken van de voor hem geldende functietypering van Projectleider. De rechtbank heeft het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de korpschef vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de korpschef niet consistent had gehandeld in de functietypering.
De Raad heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat de kern van de functie van de betrokkene niet correct was weergegeven in de functietypering. De werkzaamheden van de betrokkene, met name het houden van functioneringsgesprekken, waren niet adequaat opgenomen in de functiebeschrijving. De Raad oordeelde dat de korpschef ten onrechte had aangenomen dat de werkzaamheden van de betrokkene niet wezenlijk afweken van de functietypering. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met verbetering van gronden, en verklaarde het beroep tegen het besluit van de korpschef gegrond, waardoor dit besluit werd vernietigd.
De Raad gaf de korpschef de opdracht om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van de betrokkene, met inachtneming van de uitspraak. Tevens werd de korpschef veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene, die op € 1.704,50 werden vastgesteld. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte functietypering en de noodzaak voor de korpschef om de kern van de functie van de betrokkene adequaat te beschrijven in de functiebeschrijving.