ECLI:NL:CRVB:2014:4162
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om functieonderhoud door korpschef van politie onterecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om functieonderhoud van een ambtenaar, werkzaam als Projectleider binnen de voormalige politieregio Amsterdam-Amstelland. De korpschef had het verzoek om functieonderhoud afgewezen, met de stelling dat de werkzaamheden van de betrokkene niet wezenlijk afweken van de voor hem geldende functietypering van Projectleider. De rechtbank had het beroep van de betrokkene gegrond verklaard en het besluit van de korpschef vernietigd, omdat de rechtbank oordeelde dat de korpschef inconsistent had gehandeld in zijn beoordeling van de functie van de betrokkene.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden. De Raad oordeelde dat de kern van de functie van de betrokkene niet correct was weergegeven in de functietypering. De Raad stelde vast dat de werkzaamheden van de betrokkene bij het houden van functioneringsgesprekken niet adequaat waren opgenomen in de functiebeschrijving. De Raad benadrukte dat de korpschef ten onrechte had aangenomen dat de werkzaamheden van de betrokkene niet wezenlijk afweken van de functietypering. De Raad heeft de korpschef opgedragen om, met inachtneming van de uitspraak, een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar van de betrokkene.
De Raad heeft ook de proceskosten van de betrokkene vergoed en het griffierecht terugbetaald. De uitspraak benadrukt het belang van een correcte functiebeschrijving en de noodzaak voor de korpschef om consistent te handelen in zijn besluitvorming.