Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellant, een automonteur, had een bedrijfsongeval meegemaakt op 7 maart 2008, waarbij hij ernstig letsel opliep aan zijn ogen en psychische klachten ontwikkelde. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had appellant in 2011 een WIA-uitkering ontzegd, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Tevens had het Uwv voorschotten op de WIA-uitkering teruggevorderd, wat appellant betwistte.
De rechtbank had de beroepen van appellant tegen de besluiten van het Uwv ongegrond verklaard. In hoger beroep stelde appellant dat hij volledig arbeidsongeschikt was en dat het Uwv zijn medische beperkingen had onderschat. Hij voerde een rapport van psychiater R.J.H. Winter aan, waarin werd gesteld dat hij lijdt aan een Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) en een depressieve stoornis. De Raad oordeelde echter dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er onvoldoende bewijs was dat de medische beperkingen van appellant op de datum in geding verkeerd waren vastgesteld.
De Raad concludeerde dat appellant, ondanks zijn psychische klachten, in staat was om de hem voorgehouden functies te vervullen en dat het Uwv terecht de WIA-uitkering had ontzegd. De terugvordering van de voorschotten werd eveneens bevestigd. De uitspraak van de rechtbank werd bekrachtigd, en het verzoek om vergoeding van wettelijke rente werd afgewezen. De proceskosten werden niet toegewezen, omdat er geen aanleiding voor was.