ECLI:NL:CRVB:2014:4122
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake weigering WIA-uitkering na herbeoordeling van medische beperkingen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante, die als procesoperator werkte, heeft in hoger beroep aangevoerd dat haar medische beperkingen door het Uwv zijn onderschat. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld na een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar, die het beroep van appellante ongegrond had verklaard. De rechtbank oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de beperkingen van appellante.
Tijdens de zitting op 27 november 2013 is appellante bijgestaan door haar advocaat, mr. L.M. Seriese, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. C. Roele. Na de zitting is het onderzoek heropend en heeft psychiater dr. H.N. Sno een rapport uitgebracht waarin hij zijn bevindingen over de medische situatie van appellante heeft gepresenteerd. Dit rapport leidde tot een aanpassing van de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) door het Uwv.
De Raad heeft vastgesteld dat de deskundige, dr. H.N. Sno, een aantal diagnoses heeft gesteld, waaronder een borderline persoonlijkheidsstoornis. De Raad oordeelt dat de deskundige zich kan vinden in de gewijzigde FML, maar dat appellante in hoger beroep een juiste medische en arbeidskundige onderbouwing heeft gegeven. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak en het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, wat betekent dat de eerdere beslissing van het Uwv niet wordt teruggedraaid. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellante, die in totaal € 1.948,- bedragen.