ECLI:NL:CRVB:2014:4073
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verhoging beslagvrije voet in het kader van bijstandsverlening en zorgkosten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de verhoging van de beslagvrije voet van een betrokkene die bijstand ontving op grond van de Wet werk en bijstand (WWB). De betrokkene had verzocht om een verhoging van de beslagvrije voet vanwege woonkosten en zorgkosten. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht had dit verzoek afgewezen, met de stelling dat de financiële omstandigheden van de betrokkene niet waren gewijzigd. De Raad heeft vastgesteld dat de normhuur door de betrokkene werd overschreden met € 45,96, wat niet hoger was dan het maximale huurtoeslagbedrag voor de laagste inkomenscategorie. Dit leidde tot de conclusie dat de beslagvrije voet met dit bedrag moest worden verhoogd. Daarnaast heeft de Raad geoordeeld dat het college ten onrechte had aangenomen dat de betrokkene geen aanvullende premie voor ziektekosten betaalde. De Raad heeft zelf in de zaak voorzien en de beslagvrije voet met € 111,44 per maand verhoogd, rekening houdend met zowel de woonkosten als de zorgkosten. De uitspraak van de rechtbank Limburg werd vernietigd, en het college werd veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene.