Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 december 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. De appellant, geboren in 1984, had op 21 september 2010 een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wet Wajong). Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) had deze aanvraag op 21 oktober 2010 afgewezen, omdat er geen sprake was van toegenomen medische beperkingen gedurende de periode tot de 23e verjaardag van de appellant. De rechtbank had eerder in een uitspraak van 2 februari 2012 geoordeeld dat het Uwv de aanvraag ten onrechte had afgewezen, maar het Uwv had in een nieuw besluit op 10 september 2012 wederom de aanvraag afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat het Uwv terecht had vastgesteld dat het sociaal disfunctioneren van de appellant niet als ziekte of gebrek kon worden geclassificeerd. De verzekeringsarts had in zijn rapport van 4 september 2012 geconcludeerd dat er geen aanwijzingen waren voor een wijziging in de gezondheidstoestand van de appellant in de relevante periode. De Raad bevestigde dat het Uwv niet verplicht was om een arbeidskundig onderzoek uit te voeren, omdat de medische beoordeling voldoende was om te concluderen dat de appellant niet als jonggehandicapte kon worden aangemerkt.
De Raad oordeelde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen grond was voor een schadevergoeding. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met M. Greebe als voorzitter en J.S. van der Kolk en J.J.T. van den Corput als leden, in aanwezigheid van griffier H.J. Dekker.