ECLI:NL:CRVB:2014:406
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering terug te komen van eerdere weigering Wajong-uitkering op basis van geen nieuwe feiten of omstandigheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Assen, die haar beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Appellante had in 2009 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, die was afgewezen omdat zij niet aan de vereisten voldeed. Na meerdere aanvragen en afwijzingen, waaronder een besluit van 5 mei 2011, heeft appellante in hoger beroep gesteld dat er nieuwe feiten en omstandigheden zijn die een herziening van het eerdere besluit rechtvaardigen. De rechtbank oordeelde dat de aanvraag van 12 april 2011 een herhaalde aanvraag was en dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om het oorspronkelijke besluit te herzien. Appellante voerde aan dat haar rugklachten waren verergerd en dat er nu een diagnose van fibromyalgie was gesteld, maar de Raad oordeelde dat deze informatie niet als nieuw kon worden aangemerkt. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank dat de door appellante overgelegde medische informatie geen nieuwe feiten of omstandigheden opleverde die een andere beslissing rechtvaardigden. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.