ECLI:NL:CRVB:2014:3969
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de weigering van een WIA-uitkering en de medische onderbouwing door het Uwv
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 26 november 2014, wordt de weigering van een WIA-uitkering aan de appellant besproken. De appellant, die eerder een uitkering ontving op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), heeft zich op 1 november 2011 ziek gemeld vanwege toegenomen psychische klachten. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) heeft in een besluit van 21 december 2011 vastgesteld dat de appellant per 1 november 2011 geschikt was voor de in 2008 vastgestelde functies, maar dit besluit is door de appellant bestreden. De Raad heeft vastgesteld dat het bestreden besluit niet de juiste medische onderbouwing bevatte, zoals aangegeven door de behandelend psychiater S.J.M. Grondman, die stelde dat de appellant ten tijde van de beoordeling meer beperkt was dan eerder aangenomen.
De Raad heeft de argumenten van de appellant in hoger beroep overwogen, waarbij hij aanvoerde dat zijn psychische klachten eind 2011 en begin 2012 ernstiger waren dan in 2008. De Raad heeft de informatie van de psychiater en psychotherapeut in overweging genomen en geconcludeerd dat het Uwv onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de stelling dat de appellant op de in geding zijnde datum niet verdergaand psychisch beperkt was dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 12 juni 2008. De Raad heeft het Uwv opgedragen om het gebrek in het bestreden besluit te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak.
De uitspraak benadrukt het belang van een juiste medische onderbouwing bij besluiten over arbeidsongeschiktheid en de rol van behandelend artsen in het proces. De Raad heeft de beslissing openbaar uitgesproken en de betrokken partijen geïnformeerd over de verdere stappen die het Uwv moet ondernemen.