ECLI:NL:CRVB:2014:3947
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- A.J. Schaap
- G. van Zeben-de Vries
- D.S. de Vries
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de toekenning van hulp bij het huishouden op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 26 november 2014, wordt een hoger beroep behandeld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de toekenning van hulp bij het huishouden aan appellante op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De Raad heeft eerder op 9 april 2014 een tussenuitspraak gedaan waarin het college van burgemeester en wethouders van De Bilt werd opgedragen om gebreken in hun besluiten te herstellen. In de nieuwe beslissing van 4 juni 2014 heeft het college appellante hulp bij het huishouden toegekend, maar appellante is van mening dat deze toekenning onvoldoende is om haar beperkingen te compenseren.
De Raad oordeelt dat het college ten onrechte geen tijd heeft toegekend voor het doen van boodschappen en de maaltijdverzorging. De Raad benadrukt dat appellante, gezien haar beperkingen, niet in staat is om zelfstandig gebruik te maken van de door het college genoemde voorzieningen. De Raad stelt vast dat de aanwezigheid van een zorgverlener niet mag leiden tot een vermindering van de noodzakelijke ondersteuning die appellante op grond van de Wmo heeft. De Raad draagt het college op om binnen zes weken na verzending van deze uitspraak de gebreken in het besluit van 4 juni 2014 te herstellen, met inachtneming van de overwegingen in deze tussenuitspraak.
De uitspraak benadrukt de zelfstandige aanspraak van appellante op zorg op grond van de Wmo, los van de AWBZ-zorg die zij ontvangt. De Raad roept partijen op om in onderling overleg tot een oplossing van het geschil te komen, waarbij ook het beroep op overschrijding van de redelijke termijn kan worden betrokken.