ECLI:NL:CRVB:2014:3936
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ongevraagd ontslag wegens herhaaldelijk ernstig plichtsverzuim van een Universitair Hoofddocent
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van appellant tegen de bestreden besluiten van het college van bestuur van Wageningen University ongegrond werd verklaard. Appellant, een Universitair Hoofddocent Statistiek, was sinds 1976 in dienst bij de universiteit en had in 2010 spanningsklachten ontwikkeld, wat leidde tot een langdurige afwezigheid van zijn werkzaamheden. Ondanks pogingen tot mediation en het inschakelen van een externe deskundige, leidde dit niet tot een oplossing van de conflicten tussen appellant en zijn leidinggevenden.
Het college van bestuur heeft appellant herhaaldelijk uitgenodigd voor gesprekken over zijn werkhervatting, maar appellant heeft deze uitnodigingen genegeerd. Dit leidde tot disciplinaire maatregelen, waaronder de inhouding van salaris en uiteindelijk ongevraagd ontslag. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat appellant geen goede redenen had om niet op de uitnodigingen in te gaan en dat het college terecht heeft besloten tot disciplinaire maatregelen. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de opgelegde straffen niet onevenredig zijn aan de ernst van het plichtsverzuim van appellant.
De uitspraak benadrukt het belang van samenwerking en communicatie tussen werknemer en werkgever, vooral in situaties van conflict en ziekte. De Raad concludeert dat het college van bestuur voldoende gelegenheid heeft geboden aan appellant om zijn gedrag te corrigeren, maar dat appellant hier niet op is ingegaan. De beslissing van de Centrale Raad van Beroep is dan ook om de eerdere uitspraak te bevestigen.