ECLI:NL:CRVB:2014:3547
Centrale Raad van Beroep
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Tweede wrakingsverzoek van verzoeker tegen de behandelend rechters en rechters van de wrakingskamer
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 oktober 2014 uitspraak gedaan over een tweede wrakingsverzoek van verzoeker, die eerder al een wrakingsverzoek had ingediend tegen de behandelend rechters in zijn hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. Verzoeker had in zijn wrakingsverzoeken een aantal voorwaarden gesteld met betrekking tot de behandeling van deze verzoeken. De Raad oordeelde dat verzoeker misbruik maakte van de bevoegdheid om wrakingsverzoeken in te dienen, aangezien het wrakingsmiddel niet bedoeld is als rechtsmiddel tegen procedurele beslissingen. De Raad verwees naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Wrakingsregeling bestuursrechterlijke colleges, die aangeven dat een wrakingsverzoek niet kan worden ingediend op basis van voorwaarden die door de verzoeker zijn gesteld. De Raad besloot dat het verzoek om wraking van de rechters van de wrakingskamer niet in behandeling werd genomen en dat een volgend verzoek van verzoeker om wraking in deze zaak niet in behandeling zou worden genomen. De uitspraak benadrukt het belang van de onpartijdigheid van rechters en de juiste toepassing van het wrakingsmiddel.