ECLI:NL:CRVB:2014:339
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van persoonsgebonden budget voor geïndiceerde zorg op basis van subsidieplafond
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 januari 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de weigering van Agis Zorgverzekeringen N.V. om appellante een persoonsgebonden budget (pgb) te verlenen voor geïndiceerde zorg, met als argument dat het subsidieplafond was bereikt. De indicatie voor zorg was verstrekt door de Stichting Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor de periode van 29 april 2010 tot en met 28 april 2011. Agis had in een besluit van 20 juli 2010, dat na bezwaar werd gehandhaafd, de aanvraag van appellante afgewezen. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten, omdat er geen uitzonderingsgevallen waren die een pgb zouden rechtvaardigen.
Appellante ging in hoger beroep tegen deze beslissing, met de stelling dat er wel degelijk sprake was van uitzonderingsgevallen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden heeft aangevoerd en zich heeft beperkt tot het herhalen van eerdere argumenten. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de eerdere uitspraak bevestigd moest worden. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter en I.M.J. Hilhorst-Hagen en D.S. de Vries als leden, in aanwezigheid van griffier G.J. van Gendt.