ECLI:NL:CRVB:2014:3267
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet-nakomen van sollicitatieverplichtingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een beslissing van de rechtbank Gelderland. De zaak betreft de verlaging van de bijstand van betrokkene, die sinds 29 december 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen had de bijstand van betrokkene in 2012 verlaagd vanwege zijn gedrag, dat niet in overeenstemming was met de verplichtingen die voortvloeien uit de WWB. Betrokkene had zich niet gehouden aan de afspraken met een taxibedrijf waar hij een proefplaatsing had, wat leidde tot een verlaging van zijn bijstand met 100% voor twee maanden.
De rechtbank Gelderland had het beroep van betrokkene gegrond verklaard en de verlaging van de bijstand herroepen, waarbij de rechtbank oordeelde dat de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid van betrokkene niet rechtvaardigden dat de bijstand voor twee maanden met 100% werd verlaagd. Het college ging in hoger beroep tegen deze uitspraak, waarbij het betoogde dat de rechtbank niet had gemotiveerd waarom de maatregel van 100% voor één maand in plaats van twee maanden werd opgelegd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en bevestigd dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat de opgelegde maatregel niet passend was gezien de persoonlijke omstandigheden van betrokkene. De Raad oordeelde dat de rechtbank voldoende had gemotiveerd waarom de mate van verwijtbaarheid van betrokkene niet zo hoog was dat een verlaging van de bijstand voor twee maanden gerechtvaardigd was. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het college werd veroordeeld tot betaling van griffierecht.