ECLI:NL:CRVB:2014:324
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C.P.J. Goorden
- J.S. van der Kolk
- R.P.T. Elshoff
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid en recht op WGA-uitkering na herbeoordeling
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) waarin haar recht op een WGA-uitkering werd beëindigd. Appellante, die in 2004 arbeidsongeschikt raakte na een val, ontving aanvankelijk een WGA-uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheidspercentage van 80 tot 100%. Na meerdere herbeoordelingen, waaronder een in 2010, concludeerde het Uwv dat appellante niet meer geschikt was voor haar maatgevende werk, maar wel voor andere functies, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering. De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond, waarna zij in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de medische en arbeidskundige grondslagen van het Uwv juist zijn. De Raad oordeelde dat appellante, ondanks haar klachten, in staat wordt geacht om binnen zes maanden de Nederlandse taal voldoende te leren om de geselecteerde functies te kunnen vervullen. De Raad bevestigde dat de door het Uwv vastgestelde beperkingen en de geschiktheid voor de functies bode-bezorger, wikkelaar en productiemedewerker industrie adequaat waren onderbouwd. De Raad verwierp de argumenten van appellante over haar onvermogen om de Nederlandse taal te leren en concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.