ECLI:NL:CRVB:2014:3222
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- P.W. van Straalen
- C.H. Rombouts
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing bijstandsaanvraag en schending inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraken van de rechtbank Rotterdam, die de afwijzing van zijn aanvragen om bijstand onder de Wet werk en bijstand (WWB) bevestigden. Appellant ontving sinds 16 november 2010 bijstand in de vorm van een geldlening, maar zijn aanvragen werden buiten behandeling gesteld omdat hij niet de gevraagde bankafschriften en andere informatie over zijn financiële situatie had overgelegd. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 september 2014 uitspraak gedaan. De Raad oordeelde dat appellant niet voldoende had voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, zoals vastgelegd in artikel 17 van de WWB. De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank, waarin was geoordeeld dat het bestuur terecht de aanvragen buiten behandeling had gesteld. Appellant had in zijn hoger beroep herhaald dat hij alle gevraagde informatie tijdig had overgelegd, maar de Raad vond geen reden om anders te oordelen dan de rechtbank. De Raad benadrukte dat de op appellant rustende inlichtingenverplichting onverkort van toepassing blijft, ook al is er een ministeriële regeling die deze verplichting zou kunnen beperken, maar die tot op heden niet is vastgesteld. De uitspraak van de Raad bevestigt de noodzaak voor aanvragers van bijstand om volledig en tijdig te voldoen aan informatieverzoeken van het bestuur.