ECLI:NL:CRVB:2014:3170
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van onveranderde belastbaarheid na medisch onderzoek
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die als kledingsorteerster en schoonmaakster werkte, had zich in 2006 ziek gemeld met zwangerschapsgerelateerde klachten. Na verschillende uitkeringen, waaronder de Ziektewet en de Wet arbeid en zorg, diende zij in 2008 een aanvraag in voor een WIA-uitkering. Deze aanvraag werd in 2009 afgewezen omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellante meldde zich opnieuw ziek in 2009 en vroeg in 2011 opnieuw een WIA-uitkering aan. Het Uwv weigerde deze aanvraag op basis van een medisch onderzoek waaruit bleek dat haar belastbaarheid sinds de vorige beoordeling niet wezenlijk was veranderd.
De rechtbank Rotterdam verklaarde het beroep van appellante ongegrond, wat leidde tot het hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep. Appellante voerde aan dat er wel degelijk sprake was van toegenomen beperkingen en dat er geen arbeidskundig onderzoek had plaatsgevonden. De Raad oordeelde echter dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat er geen aanwijzingen waren voor een verslechtering van de gezondheidstoestand van appellante. De Raad bevestigde dat de functionele mogelijkheden van appellante correct waren vastgesteld en dat er geen aanleiding was voor een arbeidskundig onderzoek. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd ongegrond verklaard.