ECLI:NL:CRVB:2014:3051
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering voorschot Ziektewet-uitkering bij onduidelijkheid over recht op bezoldiging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft de weigering van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) om betrokkene een voorschot op een Ziektewet-uitkering te verstrekken. Betrokkene, die als ambtenaar werkzaam was bij de gemeente Halderberge, was op 16 februari 2012 uitgevallen en had op 21 januari 2013 eervol ontslag gekregen. Hij maakte bezwaar tegen dit ontslag, dat ongegrond werd verklaard. Het UWV weigerde een voorschot op de Ziektewet-uitkering, omdat er onduidelijkheid bestond over het recht op bezoldiging. De rechtbank oordeelde dat er geen onzekerheid bestond over het recht op bezoldiging, maar het UWV ging in hoger beroep.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank ten onrechte het besluit van het UWV had vernietigd. De Raad stelde vast dat er nog steeds twijfel bestond over het recht van betrokkene op bezoldiging, aangezien het ontslagbesluit nog niet definitief was en de procedures hierover nog liepen. De Raad benadrukte dat op grond van artikel 47a van de Ziektewet geen voorschot kan worden verstrekt zolang er onzekerheid bestaat over het recht op loon of bezoldiging. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep tegen het besluit van het UWV ongegrond.
Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijkheid over het recht op bezoldiging in gevallen van ziekte en ontslag, en bevestigt dat een voorschot op een Ziektewet-uitkering niet kan worden verstrekt zolang er twijfel bestaat over de rechtmatigheid van de bezoldiging.