ECLI:NL:CRVB:2014:3029
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstandsuitkering wegens onvoldoende inlichtingenverstrekking
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 september 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen eerdere uitspraken van de rechtbank Midden-Nederland. De appellante ontving sinds 14 augustus 2009 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Naar aanleiding van een melding en een bestandsvergelijking door de belastingdienst, heeft het college van burgemeester en wethouders van Almere een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante niet aan haar inlichtingenverplichting had voldaan, wat resulteerde in de intrekking van haar bijstandsuitkering en de terugvordering van eerder verstrekte bijstand.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante onvoldoende openheid van zaken heeft gegeven over haar financiële situatie, waardoor niet kon worden vastgesteld of zij recht had op bijstand. De rechtbank had eerder de beroepen van appellante tegen de besluiten van het college ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het college ten onrechte haar bijstand heeft ingetrokken en dat de terugvordering onterecht was. De Raad oordeelde echter dat het college op goede gronden had gehandeld, gezien het gegronde vermoeden dat appellante geen recht meer had op bijstand.
De Raad bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank en oordeelde dat appellante niet had voldaan aan haar verplichtingen, waardoor de intrekking en terugvordering rechtmatig waren. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling en dat het hoger beroep van appellante niet slaagde.