ECLI:NL:CRVB:2014:3003
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Opschorting, intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting met betrekking tot inkomsten uit Turks pensioen
In deze zaak gaat het om de opschorting, intrekking en terugvordering van bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) vanwege een schending van de inlichtingenverplichting door appellanten. Appellanten, die sinds 10 februari 1994 bijstand ontvangen, hebben in 2008 een ouderdomspensioen van een Turks pensioenfonds ontvangen, maar hebben dit niet gemeld aan het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. Het college ontdekte de inkomsten uit het Turkse pensioen in juli 2011 en heeft daarop de bijstand met terugwerkende kracht opgeschort en later ingetrokken, met een terugvordering van in totaal € 36.956,58. Appellanten hebben bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college heeft het bezwaar ongegrond verklaard en de bijstand herzien.
De rechtbank Overijssel heeft het beroep van appellanten tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. Appellanten zijn in hoger beroep gegaan en stellen dat appellant niet over het Turkse pensioen heeft kunnen beschikken, omdat hij een schuld had aan zijn broer die het pensioen mogelijk maakte. De Centrale Raad van Beroep oordeelt echter dat appellant in staat was om over het pensioen te beschikken en dat de inlichtingenverplichting is geschonden. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en stelt dat de omstandigheden van de zaak geen dringende reden opleveren om van terugvordering af te zien. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de aangevallen uitspraak.