ECLI:NL:CRVB:2014:300
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.B.J. van der Ham
- J.J.A. Kooijman
- Th.C. van Sloten
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstand aan appellant, die samen met zijn partner vanaf 13 maart 2008 bijstand ontving op basis van de Wet werk en bijstand (WWB). Appellant heeft werkzaamheden verricht voor Pizzeria [naam pizzeria], maar heeft bij het college niet de juiste uren opgegeven. Dit leidde tot een onderzoek door de Sociale Recherche Twente, die constateerde dat appellant meer uren werkte dan hij had opgegeven. Op basis van deze bevindingen heeft het college op 26 augustus 2010 de bijstand van appellant met terugwerkende kracht ingetrokken en de kosten van de verleende bijstand teruggevorderd, wat resulteerde in een bedrag van € 34.370,41. Appellant heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar het college verklaarde deze ongegrond. De rechtbank Almelo heeft het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep ging.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat het college voldoende bewijs had om aan te nemen dat appellant de inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad oordeelde dat het aan het college was om de feiten te verifiëren en dat de onderzoeksresultaten een toereikende basis vormden voor de intrekking van de bijstand. De Raad bevestigde dat appellant niet had aangetoond dat hij slechts voor enkele uren betaald werd, ondanks zijn aanwezigheid in de pizzeria. De Raad concludeerde dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de kosten terecht waren, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De beslissing werd openbaar uitgesproken op 4 februari 2014.