ECLI:NL:CRVB:2014:2977
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking van WGA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om de intrekking van de WGA-uitkering van appellante door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante heeft in hoger beroep beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland, die haar eerdere beroep ongegrond had verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 3 september 2014. De rechtbank had geoordeeld dat het medisch onderzoek door de verzekeringsarts zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen die in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) waren vastgesteld, correct waren. Appellante had in hoger beroep aangevoerd dat zij meer beperkt was dan door het Uwv was aangenomen, en had nieuwe medische stukken overgelegd ter onderbouwing van haar standpunt. De Raad heeft echter geconcludeerd dat de eerdere oordelen van de rechtbank juist waren en dat er geen aanleiding was om de intrekking van de WGA-uitkering te herzien. De Raad heeft de argumenten van appellante niet overtuigend geacht en heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd. De Raad heeft ook het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 3 september 2014.