ECLI:NL:CRVB:2014:2543
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- J.F. Bandringa
- P.W. van Straalen
- Rechtspraak.nl
Schadevergoeding bij vertraagde uitbetaling van bijstand na onrechtmatige afwijzing aanvraag
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Alkmaar, waarin de rechtbank het beroep van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heiloo ongegrond verklaarde. Appellant had een aanvraag ingediend voor een bedrijfskrediet op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004), welke aanvraag op 4 april 2006 was ingediend. Het college had deze aanvraag op 4 december 2006 afgewezen, maar na een eerdere uitspraak van de rechtbank Alkmaar op 16 mei 2008 werd het krediet alsnog toegekend op 19 augustus 2008. Appellant verzocht het college om schadevergoeding wegens de vertraagde uitbetaling van het bedrijfskrediet, die volgens hem had geleid tot gederfde inkomsten van € 306.312,-. Het college wees dit verzoek af, met als argument dat het pas op 19 augustus 2008 een positieve beslissing kon nemen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het besluit van 4 december 2006 onrechtmatig was en dat het college in beginsel verplicht is om de door appellant geleden schade te vergoeden. De Raad stelt vast dat de wettelijke rente over de bedragen die appellant had moeten ontvangen, vanaf de eerste dag na afloop van de maand waarin betaling had moeten plaatsvinden, moet worden berekend. De Raad vernietigt de aangevallen uitspraak en verklaart het beroep gegrond, waarbij het college wordt opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen. Tevens wordt het college veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 974,- en moet het college het griffierecht van € 156,- vergoeden.