ECLI:NL:CRVB:2014:2530
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van functieonderhoud binnen de politie en internationale werkzaamheden van een buurtregisseur
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin de korpschef van politie een verzoek om functieonderhoud heeft afgewezen. De appellant, werkzaam als buurtregisseur, heeft verzocht om functieonderhoud op basis van zijn internationale werkzaamheden, die hij sinds 2010 uitvoert. De korpschef heeft het verzoek afgewezen, omdat de werkzaamheden niet wezenlijk afwijken van de functiebeschrijving van de buurtregisseur. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 24 juli 2014 behandeld. De Raad oordeelt dat de internationale werkzaamheden van de appellant passen binnen de hoofdbestanddelen van de functiebeschrijving, namelijk ‘Informatie/advisering’ en ‘Overige taken’. De Raad stelt vast dat er geen wezenlijke afwijkingen zijn van de organieke functiebeschrijving, zoals vereist voor functieonderhoud. De appellant heeft aangevoerd dat zijn werkzaamheden op internationaal niveau wezenlijk afwijken van zijn functie op wijkniveau, maar de Raad oordeelt dat de functiebeschrijving geen onderscheid maakt tussen lokale en internationale werkzaamheden.
De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep af. De vrees van de appellant dat zijn internationale ervaring onzichtbaar blijft, wordt niet als voldoende argument gezien om functieonderhoud toe te wijzen. De Raad concludeert dat de korpschef terecht heeft geoordeeld dat de werkzaamheden van de appellant niet wezenlijk afwijken van de functiebeschrijving, en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.