ECLI:NL:CRVB:2014:2364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand
Op 15 juli 2014 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijstand op grond van de Wet werk en bijstand (WWB) door het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam Werk & inkomen Lekstroom. Appellant, die eerder bijstand ontving, had zijn aanvraag ingediend na een periode waarin zijn bijstand was ingetrokken. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet heeft aangetoond dat er sprake was van een wijziging in zijn omstandigheden die recht zou geven op bijstand. De rechtbank had eerder het beroep tegen de intrekking van de bijstand ongegrond verklaard, en de Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag door het dagelijks bestuur terecht was, omdat appellant niet kon bewijzen dat hij op het opgegeven adres zijn hoofdverblijf had. De Raad heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en bevestigd de eerdere beslissing van de rechtbank.