ECLI:NL:CRVB:2014:2243
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de intrekking van een indicatiebesluit voor AWBZ-zorg
In deze zaak gaat het om de intrekking van een indicatiebesluit voor AWBZ-zorg door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Appellante, die lijdt aan verschillende psychische aandoeningen, had eerder een indicatie voor zorg ontvangen. Na een herindicatie door CIZ, op basis van een medisch advies, werd geconcludeerd dat appellante geen aanspraak meer had op AWBZ-zorg. Dit besluit werd bestreden door appellante, die in hoger beroep ging na een eerdere uitspraak van de rechtbank die het beroep gegrond verklaarde maar de rechtsgevolgen in stand hield. De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak zorgvuldig bekeken, waaronder het medisch advies van J. Mahadewsing en de informatie van de behandelend psychiater S.A. van Beek. De Raad oordeelt dat het medisch advies voldoende zorgvuldig tot stand is gekomen en dat er geen strijd is met het verbod van reformatio in peius. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand blijven. De Raad concludeert dat het hoger beroep van appellante niet slaagt en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.