ECLI:NL:CRVB:2014:2064
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van persoonsgebonden budget (pgb) door Zorgkantoor Menzis na niet verantwoorde besteding
In deze zaak gaat het om de terugvordering van een persoonsgebonden budget (pgb) door het Zorgkantoor Menzis. Appellant ontving in 2009 een pgb van € 16.981,89, maar het Zorgkantoor heeft dit bedrag later verlaagd naar € 14.175,77 omdat appellant niet in staat was om de besteding van het pgb volledig te verantwoorden. Het Zorgkantoor vorderde een bedrag van € 2.551,39 terug van appellant.
Appellant heeft bezwaar aangetekend tegen het besluit van het Zorgkantoor, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank Groningen heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing op 4 juni 2012 afgewezen. Appellant heeft vervolgens hoger beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de zitting op 7 mei 2014 heeft appellant, vertegenwoordigd door zijn advocaat, zijn standpunt toegelicht. Het Zorgkantoor werd vertegenwoordigd door een andere advocaat.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak van 18 juni 2014 geoordeeld dat appellant de besteding van het pgb niet heeft verantwoord. De Raad concludeert dat appellant niet voldoende bewijs heeft geleverd van de uitgaven die hij heeft gedaan met het pgb. De door appellant overgelegde documenten, zoals kwitanties en een zorgovereenkomst, waren niet voldoende om aan te tonen dat de zorg daadwerkelijk is verleend en dat hiervoor is betaald. De Raad heeft het hoger beroep van appellant afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.