ECLI:NL:CRVB:2014:2048
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- J.S. van der Kolk
- J. Riphagen
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van WAO-uitkering na illegale vuurwerkhandel
In deze zaak gaat het om de herziening, terugvordering en beëindiging van de WAO-uitkering van appellant, die sinds 1977 een uitkering ontving op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De Centrale Raad van Beroep oordeelt over het hoger beroep van appellant tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Utrecht. Appellant is in 2010 aangehouden wegens de handel in illegaal vuurwerk, waarbij aanzienlijke hoeveelheden vuurwerk en contant geld zijn aangetroffen. Het Uwv heeft op basis van een rapport van een arbeidsdeskundige vastgesteld dat appellant in de periode van 1 januari 2005 tot 10 december 2010 een wederrechtelijk voordeel van € 244.816,- heeft verkregen uit deze handel. Dit bedrag overschrijdt het maatmaninkomen, waardoor het Uwv de WAO-uitkering heeft herzien en teruggevorderd.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat hij geen of minder inkomsten heeft genoten en dat de vuurwerkhandel geen bestendige bron van inkomsten was. De Raad bevestigt echter dat het Uwv op basis van de beschikbare gegevens, waaronder een rapport van werknemersfraude, terecht heeft geconcludeerd dat appellant inkomsten heeft genoten uit verboden activiteiten. De Raad oordeelt dat de schatting van het Uwv van de inkomsten op een redelijke wijze is gedaan, gezien de schending van de inlichtingenplicht door appellant. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.