Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak voor zover aangevochten;
- veroordeelt appellant in de kosten van betrokkene in hoger beroep tot een bedrag van
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 juni 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de toekenning van een Ziektewet (ZW) uitkering aan betrokkene. Betrokkene had een arbeidsovereenkomst gesloten met [naam bedrijf] voor 26 uur per week, maar meldde zich ziek op de eerste werkdag. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat betrokkene als werknemer in de zin van de ZW moest worden aangemerkt. Appellant, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, had eerder geweigerd om betrokkene een ZW-uitkering toe te kennen, omdat hij niet in dienstbetrekking werkzaam zou zijn geweest. De rechtbank had het besluit van appellant vernietigd en een nieuw besluit op bezwaar opgelegd. De Centrale Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de arbeidsovereenkomst tussen betrokkene en [naam bedrijf] niet alleen gericht was op uitstroom uit de bijstand, maar ook op het verrichten van arbeid. De Raad concludeerde dat er sprake was van een privaatrechtelijke dienstbetrekking, en dat betrokkene recht had op een ZW-uitkering. De kosten van rechtsbijstand in hoger beroep werden begroot op € 487,-, en appellant werd veroordeeld in deze kosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 11 juni 2014.