ECLI:NL:CRVB:2014:2044
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- R.E. Bakker
- E.W. Akkerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag vergoeding hoortoestellen wegens gebrek aan werkgerelateerde noodzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Dordrecht. De appellant, vertegenwoordigd door mr. W.J.A. Vis, had een aanvraag ingediend voor vergoeding van hoortoestellen, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. Het Uwv stelde dat er geen werkgerelateerde noodzaak was voor de hoortoestellen, aangezien de appellant in zijn privésituatie zonder hoortoestel kon functioneren. De rechtbank had het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep heeft deze uitspraak bevestigd.
De Raad overwoog dat de appellant niet had aangetoond dat de hoortoestellen noodzakelijk waren voor zijn werk als accountmanager VVE-beheer. De rechtbank had terecht vastgesteld dat de eisen aan het gehoor in de werksituatie niet hoger waren dan in de privésituatie. De appellant had verwezen naar een eerdere uitspraak van de Raad, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden in zijn geval niet voldeden aan de voorwaarden voor vergoeding van de hoortoestellen.
De Raad concludeerde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat een hoortoestel dat geschikt was voor gebruik in de privésfeer, niet voldeed voor zijn werkzaamheden. Het rapport van de klinisch fysicus-audioloog, dat de noodzaak van een specifiek hoortoestel voor de werksituatie benadrukte, werd door de bezwaararbeidsdeskundige weerlegd. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.