In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 4 juni 2014, wordt de geldigheidsduur van een indicatiebesluit voor zorgzwaartepakket (ZZP) besproken. Appellante, geboren in 2004, had een aanvraag ingediend bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een ZZP op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). CIZ had aanvankelijk een indicatie voor een periode van vijftien jaar afgegeven, maar beperkte deze later tot vijf jaar. De Raad oordeelt dat CIZ niet voldoende heeft onderzocht of er ontwikkelingen zijn die de indicatie kunnen beïnvloeden. De Raad stelt vast dat de geldigheidsduur van het indicatiebesluit niet enkel op basis van de leeftijd van appellante mag worden beperkt zonder individueel onderzoek. De Raad draagt CIZ op om het gebrek in het besluit te herstellen en een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, waarbij rekening moet worden gehouden met de specifieke omstandigheden van appellante, waaronder haar ernstige problematiek en communicatieve beperkingen. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige beoordeling van de zorgbehoefte en de noodzaak van een individueel onderzoek bij het vaststellen van de geldigheidsduur van indicaties.