Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van de wettelijke rente af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 mei 2014 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Groningen. Appellante, die eerder een WAO-uitkering ontving, had verzocht om herziening van de intrekking van haar uitkering per 4 augustus 2005. Dit verzoek was gebaseerd op de verslechtering van haar gezondheidssituatie, specifiek het syndroom van Usher, dat haar gezichtsvermogen aantastte. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het Uwv niet verplicht was om het eerdere besluit te herzien, ondanks de nieuwe medische informatie. De Raad concludeerde dat de beperkingen die in 2005 zijn vastgesteld, niet onjuist waren en dat de verslechtering van de gezondheid van appellante in de jaren daarna niet leidde tot een herziening van het besluit. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om vergoeding van wettelijke rente af. Er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.