ECLI:NL:CRVB:2014:1825
Centrale Raad van Beroep
- Tussenuitspraak bestuurlijke lus
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over Wajong-uitkering en verzekeringsgeneeskundig onderzoek
In deze tussenuitspraak van de Centrale Raad van Beroep, gedateerd 23 mei 2014, wordt de afwijzing van de Wajong-uitkering aan betrokkene, geboren op 21 november 1982, herzien. Betrokkene had zich op 18 mei 2009 ziek gemeld na zeven jaar als inpakster te hebben gewerkt. Op 7 maart 2010 diende zij een aanvraag in voor een Wajong-uitkering, die op 12 april 2010 werd afgewezen op basis van een arbeidskundig rapport. De bezwaararbeidsdeskundige concludeerde dat betrokkene niet arbeidsongeschikt was, wat leidde tot een ongegrondverklaring van haar bezwaar op 14 juli 2010.
In beroep stelde betrokkene dat zij ten onrechte niet door een verzekeringsarts was onderzocht. De rechtbank Groningen oordeelde dat de besluiten niet voldeden aan de wettelijke vereisten, omdat de beoordeling van de verdiencapaciteit niet was gebaseerd op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit en droeg het Uwv op om opnieuw te beslissen.
In hoger beroep stelde het Uwv dat betrokkene niet voldeed aan de voorwaarden van de Wet Wajong, omdat zij in het verleden meer dan 75% van het maatmaninkomen had verdiend. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank terecht had geoordeeld dat het bestreden besluit niet op een verzekeringsgeneeskundig onderzoek was gebaseerd. De Raad concludeerde dat betrokkene op 21 november 2000 ten minste 52 weken niet in staat was om met algemeen geaccepteerde arbeid meer dan 75% van haar maatmaninkomen te verdienen. De Raad droeg het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen, zonder het primaire besluit te vernietigen.